Het wettelijk erfrecht wordt omschreven in het Burgerlijk Wetboek. Indien men zelf niets heeft voorzien, gaat de wet uit van de veronderstelling dat men zijn naasten wenst te beschermen. De wettelijke regeling bepaalt dat enkel de echtgenoot, de wettelijk samenwonende partner en bloedverwanten volgens het wettelijk erfrecht kunnen erven. Zij mogen niet onwaardig zijn om te erven. Dit betekent dat men niet veroordeeld mag zijn voor moord, poging tot moord of medeplichtigheid aan moord op de overledene.