Wordt de Federal Learning Account (FLA), in voege sinds 1 april 2024, binnenkort weer afgeschaft of aangepast? Met het naderen van de deadline van 30 november 2024, uiterste datum waarop de bedrijven volgens de huidige wetgeving hun verplichtingen moeten nakomen, wordt de druk opgevoerd om de regeling alsnog op te doeken dan wel aan te passen.
Waarover ging het alweer?
Voor een uitvoerige bespreking verwijzen we graag naar ons artikel op Advisors Up-to-date. Maar in een notendop komt het hierop neer: De FLA is een registratietool waarin alle Belgische ondernemingen verplicht worden om alle door hun werknemers gevolgde formele en informele opleidingen te registreren. De FLA is ingevoerd om het individuele opleidingsrecht uit de Arbeidsdeal te beheren en te monitoren en dit voor elke werknemer. Aan de niet-naleving van deze wet zijn strafsancties verbonden voor de werkgever.
Het stond in de sterren geschreven…
Reeds voor de invoering van de FLA kwamen er veel negatieve reacties vanwege de werkgevers. In een gezamenlijke persmededeling van 5 maart 2024 kaartten de verschillende werkgeversorganisaties (Beci, Boerenbond, UCM, Unisoc, Unizo, UWE, VBO en Voka) de onwerkbaarheid van de FLA aan. Hoewel zij levenslang leren ondersteunen, waren ze toen al sterk gekant tegen de FLA. Ze zagen de tool als een onnodige administratieve last die niet bijdraagt aan een betere opleidingscultuur, maar juist het draagvlak onder werkgevers ondermijnt. De werkgeversorganisaties bekritiseerden de gebrekkige voorbereiding, onduidelijkheden, en de haast waarmee de wet werd ingevoerd. Volgens de werkgevers was het systeem te ingewikkeld en zwaar. Ze pleitten voor uitstel van de wetgeving, een volledig pilootproject en voldoende ondersteuning voor bedrijven, zodat ze zich goed konden voorbereiden op de nieuwe verplichtingen.
En de ergernis werd sindsdien alleen maar groter toen bleek dat de onlinetool omslachtig is en voor heel wat administratieve lasten zorgt. Zo kondigde op 13 mei Agoria, de Belgische werkgeversfederatie die bedrijven in de technologie- en industriesector vertegenwoordigt, een boycot af tegen de FLA. Ondanks het groeiend verzet tegen wat de gedelegeerd bestuurder van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO), Pieter Timmermans, het ‘nieuwe symbool van Kafka’ noemde in de Tijd van 23 april, bleef de auteur van de nieuwe regeling, Minister van Werk, Pierre-Yves Dermagne (PS) doof voor de opmerkingen.
Supernota De Wever en het Vlaams regeerakkoord
Ondertussen groeide ook de politieke steun tegen het administratief monster dat volgens de begrotingstabellen van de RSZ al ruim 4,4 miljoen euro heeft gekost, aldus Danny Van Assche, gedelegeerd bestuurder van Unizo. Reeds in verschillende versies van de gelekte onderhandelingsdocumenten voor een nieuwe federale regering van deze zomer (de supernota’s De Wever) stond dat de ‘FLA en de regel van vijf opleidingsdagen geschrapt’ moet ‘worden’, aldus L’Echo van 8 oktober. Nieuw is hierbij dat ook de regel van vijf opleidingsdagen, ingevoerd met de Arbeidsdeal in 2022, op de schop zou gaan.
Ook in het Vlaams regeerakkoord vraagt de nieuwe Vlaamse regering aan de federale regering om de FLA af te schaffen, aldus het persbericht van het VBO van 7 oktober.
Een wetsvoorstel om het systeem na minder dan 1 jaar af te voeren
Het hoeft dus geen verrassing dat de partijen van de zogenoemde “Arizona”-coalitie, de mogelijke toekomstige politieke coalitie op federaal niveau, langs Vlaamse kant een weerspiegeling van de Vlaamse regering, het ook eens zouden zijn met al deze kritiek.
Zo heeft de N-VA op 2 oktober 2024 een wetsvoorstel ingediend in het parlement om het systeem, ingevoerd met de wet van 20 oktober 2023 tot oprichting en beheer van de FLA, af te schaffen.
De reden hiervoor vindt men terug in de samenvatting: Tegen uiterlijk 30 november 2024 moeten de gevolgde opleidingen van 1 januari tot 30 september 2024 door de werkgever in de Federal Learning Account (FLA) worden geregistreerd. Daarenboven moet de werkgever voortaan elk kalenderkwartaal, de tijdens dat kwartaal gevolgde opleidingen en het aantal daaraan verbonden opleidingsdagen of -uren registreren in dit beheersysteem. Een kwalitatief opleidingsbeleid is onontbeerlijk en in het belang van werknemer en werkgever. Het beheersysteem FLA dat nu werd ontwikkeld vertoont echter belangrijke gebreken en is vooral een controle-instrument zonder visie en met weinig meerwaarde. Het systeem wordt daarom best opgeheven.
De indiener van het wetsvoorstel, de volksvertegenwoordiger Axel Ronse (N-VA) zegt gesteund te zijn door de Vlaamse meerderheidspartijen en de Franstalige liberalen van de MR, aldus De Tijd van 5 oktober. Met Les Engagés zouden er nog gesprekken lopen.
Het wetsvoorstel somt enkele kritieken vanuit het werkveld op, ter motivatie. Ten eerste ontbreekt de registratie door opleidingsverstrekkers, een essentieel onderdeel dat wel in de wet is opgenomen maar niet in de tool zelf. Hierdoor worden bedrijven gedwongen extra te investeren in systemen zonder zekerheid of deze in de toekomst compatibel zullen zijn met de FLA. Daarnaast leidt dit tot dubbele administratieve lasten, waarbij bedrijven opleidingen moeten registreren die later opnieuw door de opleidingsverstrekkers ingevoerd moeten worden.
Een ander probleem is de onduidelijke en soms onwettige wetgeving waarop de FLA is gebaseerd. Dit zorgt voor verwarring en onzekerheid bij ondernemingen, vooral vanwege de oproep om de tool retroactief vanaf 1 januari toe te passen, wat extra administratieve rompslomp creëert zonder dat dit wettelijk is vastgelegd.
Daarnaast zijn de voorstellen om de FLA te vereenvoudigen grotendeels genegeerd. Het harmoniseren van termijnen is niet gebeurd, de hoeveelheid verplichte gegevens is niet verminderd, en er is geen voorziening getroffen om registraties vanuit verschillende vestigingen eenvoudiger te maken. Het ‘only once’-principe, waarbij informatie slechts één keer ingevoerd hoeft te worden, wordt onvoldoende benut. Bovendien ontbreken begrijpelijke niet-technische instructies voor HR- en personeelsdiensten, die de tool moeten gebruiken.
Verder werd de FLA uitgerold zonder een deugdelijk pilootproject. Bedrijven die probeerden te werken met de tool, stuitten op tal van moeilijkheden bij het registreren van opleidingen. Er is ook geen begrip of tegemoetkoming voor de complexiteit, kosten en administratieve lasten die met deze nieuwe regelgeving gepaard gaan.
Tot slot ontbreekt elke vorm van verantwoordelijkheidsdeling met de werknemers. Hoewel een succesvol opleidingsbeleid inspanningen van zowel werkgevers als werknemers vereist, werd de enige hefboom om werknemers hierbij te betrekken op het laatste moment uit het systeem gehaald. Hierdoor ligt de volledige last bij de werkgevers, terwijl werknemers niet gestimuleerd worden om actief deel te nemen aan hun eigen ontwikkeling.
Maar over de eerder vermelde afschaffing van de vijf opleidingsdagen is dan weer geen sprake in het wetsvoorstel.
Minister Dermagne blijft zich verzetten tegen deze plannen en blijft beweren dat het FLA-systeem werkbaar is. Zo wees hij erop dat sinds de invoering op 1 juni ongeveer 18% van de bedrijven hun trainingen hebben geregistreerd, wat neerkomt op 252.900 werknemers. Verder stelde hij dat bedrijven niet elke training onmiddellijk hoeven te registreren, maar per kwartaal. In de L’Echo van 8 oktober lezen we dat hij de werkgevers er zelfs van beschuldigd een “rookgordijn” op te werpen; zij vallen het systeem aan om te verhullen dat veel werkgevers hun trainingsverplichtingen niet naleven.
En opnieuw komt de afschaffing van de vijf opleidingsdagen in beeld. Zo vermoedt hij, aldus L’Echo, dat zelfs dat sommige partijen binnen de Arizona-coalitie de verplichte vijfdaagse trainingsperiode willen afschaffen, een maatregel die volgens hem vooral nadelig zou zijn voor oudere en lager opgeleide werknemers in het kader van de ‘employability’. Verder stelt deze krant dat vicepremier David Clarinval van de MR het in sommige beroepen niet haalbaar vindt om vijf dagen training te bieden, en zou er ruimte moeten zijn voor een flexibeler aantal trainingsdagen zonder de verplichting volledig te schrappen.
Jaarlijks opleidingsplan dient officieel ingediend te worden
Merken we terloops nog op met die nieuwsbericht dat ondertussen ook het jaarlijks opleidingsplan, niet te verwarren met het globaal opleidingsplan voor de verzekeringssector, welke ook aan bod kwam in ons artikel op AUTD, uiterlijk op 1 maart 2025 moeten worden ingediend. Recent verscheen hiertoe in het Belgisch Staatsblad het koninklijk besluit van 14 juli 2024 tot uitvoering van artikel 38 en artikelen 46 tot en met 48 van de wet van 3 oktober 2022 houdende diverse arbeidsbepalingen. We vatten nog even samen voor de goede orde. Sinds 2023 zijn werkgevers met 20 of meer werknemers verplicht jaarlijks een opleidingsplan op te stellen en dit elektronisch in te dienen bij de FOD Werkgelegenheid. Dit moest in overleg met de ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging gebeuren, maar tot september 2024 was er geen concrete wetgeving over de digitale indiening. Het koninklijk besluit vult nu deze leemte op. Werkgevers moeten hun opleidingsplannen van 2023 en 2024 uiterlijk op 1 maart 2025 elektronisch indienen via een specifieke link: https://transfer.werk.belgie.be/.
Besluit
De onderhandelingen binnen de Arizona-coalitie zijn nog gaande. Maar over een ding kunnen we het wel eens zijn: We onderstrepen de noodzaak van levenslang leren die in onze sector zelfs een (wettelijke) basisverplichting is. Alleen wordt de administratieve bollenwinkel, elke dag weer, een stukje groter en lopen verschillende (Europese) wetten en verplichtingen, waaronder de (verplichte) bijscholing, door elkaar. Minstens zouden we onze politieke leiders willen oproepen om wat meer doordachter en professioneler te zijn bij het uitwerken van de verschillende – vaak goed bedoelde – wetsinitiatieven en rekening te houden met wat er al is en hoe het ook nog eenvoudiger kan. Wij houden u natuurlijk verder op de hoogte.
Bron: Up-to-date